Langdurige vergunningsprocedures remmen de woningbouw

29 apr. 2025

Het woningtekort in Nederland blijft oplopen, terwijl de druk op de bouwsector steeds groter wordt. Er is veel vraag naar nieuwe woningen, maar het tempo waarin gebouwd kan worden blijft achter. Eén van de grootste struikelblokken is het vergunningsproces. Voordat een schop de grond in mag, moeten projectontwikkelaars een omgevingsvergunning aanvragen. In theorie is er een vaste termijn waarbinnen gemeenten moeten reageren, maar in de praktijk blijkt dat aanvragen vaak vertragen. Dit komt onder andere door personeelsgebrek bij gemeenten, ingewikkelde regelgeving en langdurige bezwaarprocedures.

Deze vertragingen zorgen voor hogere kosten en maken het moeilijk om de gestelde doelen, zoals 900.000 nieuwe woningen voor 2030, te halen. Vooral kleinere bouwbedrijven en vernieuwende projecten hebben moeite om lang te wachten op een vergunning, waardoor innovatie en tempo verloren gaan.

De invoering van de nieuwe Omgevingswet in 2024 had als doel om vergunningen sneller en eenvoudiger te maken, maar de praktijk blijkt weerbarstig. Veel gemeenten zijn nog bezig met de technische en organisatorische omschakeling, waardoor vertraging eerder is toegenomen dan afgenomen. Zonder goede digitale systemen en voldoende personeel loopt de uitvoering vast.

Toch zijn er wel degelijk kansen om het proces te verbeteren. Gemeenten kunnen investeren in betere automatisering en landelijke richtlijnen kunnen zorgen voor meer duidelijkheid. Ook zou het helpen als veelvoorkomende bouwvormen, zoals prefab-woningen, sneller door procedures kunnen worden geleid. Maar dat vraagt om een actieve samenwerking tussen overheid, gemeenten en de bouwsector.

Als Nederland serieus werk wil maken van het woningtekort, moet er niet alleen gebouwd worden, maar ook gesnoeid in onnodige bureaucratie. Snellere en duidelijkere vergunningsprocedures zijn essentieel om de woningbouw op gang te krijgen en de vastgelopen markt vlot te trekken.

 

Auteur: Nadine Steenbergh