Bijdrage van de bouw aan het verminderen van de stikstofproblematiek

13 mei 2025

0stikstof.jpg

De bouwsector in Nederland kampt al jaren met vertragingen door het stikstofbeleid. Sinds de Raad van State in 2019 oordeelde dat het Programma Aanpak Stikstof (PAS) onvoldoende bescherming bood aan natuurgebieden, moet er bij bouwprojecten worden aangetoond dat ze geen schade veroorzaken. Hierdoor kwamen duizenden projecten stil te liggen. Maar stilstand is geen oplossing: Nederland heeft dringend woningen, infrastructuur en duurzame energieprojecten nodig. Daarom zoeken overheden, ontwikkelaars, architecten, aannemers en andere marktpartijen in de bouw actief naar manieren om stikstofuitstoot te beperken en toch te kunnen blijven bouwen.

Stikstof ‘an sich’ is geen gevaar voor mens, dier en milieu. Het is een kleur- en reukloos gas wat in zo’n 78% van de lucht zit. Deze stof wordt pas een bedreiging als er chemische verbindingen worden gemaakt met andere stoffen. Bijvoorbeeld in de vorm van ammoniak NH3 (stikstof met waterstof) en met stikstofoxiden NOx (stikstof en zuurstof). Deze chemische verbindingen ontstaan voornamelijk binnen de werkende motoren van machines en voertuigen, in industriële fabrieken en door mest van dieren in de veehouderij. Met als gevolg meer ammoniak en stikstofoxiden in de lucht, wat alles behalve gunstig is voor het milieu. 

Om de natura-2000 gebieden goed te blijven beschermen tegen het afsterven van de biodiversiteit zijn er wettelijke doelstellingen om in 2025, 2030 en 2035 respectievelijk 40%, 50% en 74% van de stikstofgevoelige natuur op een gezond niveau te krijgen. Echter, de wettelijke doelstelling van 2025 om 40% van de stikstofgevoelige natuurgebieden onder het KDW (Kritische Depositie Waarde) te krijgen, is niet gehaald. Minister Femke Wiersema maakte vorig jaar al bekend dat die doelstelling niet meer haalbaar is en om het wel te behalen moeten er ingrijpende maatregelen genomen worden. De wettelijke doelstellingen voor 2030 en 2035 zijn nog wel van kracht. 

Om de stikstofproblematiek terug te dringen moeten meerdere sectoren meewerken. Over wat de bouw zou kunnen doen, om nog groener te worden en zijn steentje bij te dragen, volgt hieronder een opsomming.

Digitalisering & BIM. 

Met BIM (Building Information Modeling) kunnen ontwerpkeuzes worden geoptimaliseerd om materiaalgebruik en transport te minimaliseren. Simulaties en analyses helpen om stikstofimpact vooraf in beeld te brengen.

Schoon en emissieloos bouwen.

Denk daarbij aan:

-          Gebruik van elektrische bouwmachines zoals graafmachines, kranen en shovels

-          Waterstof en biobrandstoffen voor zwaar materieel dat nog niet elektrisch kan

-          Zero-emissie bouwplaatsen in stedelijke gebieden worden steeds vaker verplicht

Circulair bouwen en materiaalhergebruik. 

Hierdoor is minder productie nodig van nieuwe materialen, welke vaak stikstofintensief zijn (bijvoorbeeld beton), waardoor er minder stikstofuitstoot is. Het hergebruik van sloopmaterialen zoals bakstenen, hout en staal zorgen voor circulariteit. Slimme ontwerpen voor demontage kunnen in de toekomst hergebruikt worden. 

Natuurinclusief bouwen & stikstofcompensatie. 

Door de aanleg van extra natuur, bufferzones, waterbuffers, groene daken en gevelbeplanting kan de impact op kwetsbare gebieden gecompenseerd worden, wat weer kan bijdragen aan de biodiversiteit. 

Slimme planningen en logistiek. 

Door Bundeling van transporten en just-in-time leveringen wordt veel stikstofuitstoot door bouwverkeer voorkomen. Daarnaast is het belangrijk vooraf duidelijke stikstofberekeningen te maken zodat projecten doorgang kunnen vinden binnen de regels.

Prefab en modulair bouwen. 

Door Prefab bouwen is er minder stikstofuitstoot op locatie omdat veel onderdelen in fabrieken worden gemaakt. Hierdoor is de bouwtijd sneller wat ook weer zorgt voor minder transport en minder uitstoot. Tot slot minder faalkosten en minder afval (dus efficiënter materiaal- en energiegebruik).

Auteur: Nadine Steenbergh